De EGP kent een 'werkgroep zalm', want met de zalm die wij eten is het één en ander aan de hand. De zalm op je bord is waarschijnlijk kweekzalm (gekweekt in grote netten die in de zee drijven), gekweekt in Noorwegen, Zweden of Schotland. Zalmkweek kent drie belangrijke problemen. Ten eerste heeft het een negatieve impact op het milieu. Zalmkweek heeft bijvoorbeeld een negatieve impact op de visstand; een zalm is een carnivoor en voor een kilo zalm is maar liefst zes kilo aan andere vissen als voer nodig. Bovendien levert één zalmkwekerij net zo veel afval op als 30.000 huishoudens. Het tweede grote probleem zijn de gezondheidsrisico's van de consumptie van kweekzalm. Kweekzalm bevat veel chemicaliën waardoor het niet verstandig is om vaker dan eens per maand zalm te eten. Ten derde voeren de zalmkwekers een sterke lobby om de negatieve gevolgen van de zalmkweek onder de pet te houden. Toen de Zweedse en Duitse publieke omroepen een documentaire over de zalmkweek wilden uitzenden werden ze sterk onder druk gezet door de Noorse zalmlobby om dit niet te doen. Daarnaast zet de 'zalmlobby' onderzoekers onder druk om rapporten over de negatieve gevolgen van de zalmkweek niet naar buiten te brengen. Voldoende reden dus om als EGP een standpunt te formuleren over de zalmkweek in het bijzonder en over de verduurzaming van viskweek in het algemeen.