De Turkse regering onder leiding van de AK-partij van president Erdogan doet zo ongeveer alles wat in strijd is met duurzaamheid en de zo noodzakelijke energietransitie. De Turkse partij Yesiller ve Sol Gelecek (Groen en Links voor de Toekomst), de gastheer voor de 21e EGP-Council van 7-9 november in Istanbul, laat zich er niet door uit het veld slaan. Turks GroenLinks is een van de kleinere partijen binnen de Europese groene familie. Maar de partij maakte een bijzonder sterke indruk in Istanbul bij de presentatie van hun programma en hun activiteiten, en in de bijdragen van de leden aan de vele paneldiscussies en workshops. De partij is opgericht in 2012 in een fusie van Groenen, een linkse partij en onafhankelijken.

De opbouw van de partij is de afgelopen jaren intensief en succesvol begeleid door Anne de Boer van Bureau De Helling. Het programma van Turks GroenLinks is opgebouwd rond het  begrip rechtvaardigheid dat wordt toegepast op de rechten van de mens, het natuurlijk milieu en de arbeidssituatie. Zoals de jongerenvertegenwoordiger het uitdrukte: we zijn tegen uitbuiting, zowel van de mens als van het milieu. 

De partij heeft een juriste in dienst die veel werk heeft aan het aanspannen van allerlei processen tegen beslissingen van de overheid of ter verdediging van burgerrechten. De Turkse Groenen zijn erg actief met eigen digitale producten. In de grote media krijgen ze nauwelijks een kans. Lopende acties zijn campagnes tegen nieuwe kerncentrales, tegen een tweede Bosporus-kanaal en een derde brug over de Bosporus waarvoor veel natuur vernietigd dreigt te worden. Vanwege het kappen van bossen aan de overkant van de Bosporus is het al voorgekomen dat wilde zwijnen naar de overkant kwamen zwemmen.

Op sociaal gebied zijn de arbeidsomstandigheden in de kolenmijnen zorgelijk. Dit voorjaar jaar kwamen meer dan 300 mijnwerkers om bij de ramp in Soma, ten zuiden van Istanbul. Voor het lot van 18 mijnwerkers die in het zuiden van Turkije vast kwamen te zitten in een ondergelopen mijngang wordt gevreesd. Maar stoppen met het delven van kolen is geen optie voor de Turkse regering. Op vrijdagmorgen had dr. Ümit Sahin het al duidelijk gemaakt op een bijeenkomst over energie en geopolitiek, georganiseerd door de Green Group in het Europese parlement: van deze regering is geen bijdrage te verwachten in de energietransitie. Turkije is tot minstens 2050 afhankelijk van kolen. En van kernenergie. Het land heeft met de Russische firma Rosatom een contract getekend voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Die worden ook door de Russen geëxploiteerd. Ook voor gas zal Turkije afhankelijk blijven van Rusland. Meer diversiteit in de bronnen en dus minder afhankelijkheid van Rusland is alleen te bereiken als Turkije betere betrekkingen aangaat met Armenië en Cyprus. Daarvoor is erkenning nodig van de genocide uit 1915 op de Armeniërs (volgend jaar 100 jaar geleden). De Turkse Groenen zijn daar vóór. En er moet een oplossing komen voor de deling van Cyprus, waar mogelijk gasvelden in de Middellandse Zee geëxploiteerd kunnen worden. En verder moeten natuurlijk hernieuwbare energiebronnen uit zon en wind worden aangeboord. De Turkse regering ziet daar echter niets in met de smoes dat ze niet over voldoende technologie beschikken.

De huidige regering heeft volgens de Turkse Groenen slechts één doel voor ogen en dat is zoveel mogelijk en zo groot mogelijk bouwen, nieuwe gebouwen, wegen, bruggen en kanalen. Erdogan, die onlangs een nieuw paleis van 444 miljoen dollar kreeg met honderd kamers, heeft enkele jaren geleden het plan opgevat voor een ‘tweede Bosporus’ om het drukke verkeer op deze vaarweg te ontlasten. Een volslagen idioot plan volgens de Groenen, dat in alle opzichten meer schade zal opleveren voor het land dan dat het economisch rendabel zal blijken. De EGP-Council heeft in een resolutie de EU opgeroepen al het nodige te doen om dit soort megalomane projecten te stoppen.