Bas Eickhout fietst ’m er in

Een impressie door  Okke Mostard. 

Het eind van de avond nadert, en de zaal wordt gevraagd middels handopsteking te stemmen over een aantal stellingen. “Kiest u voor TTIP, of toch liever representatieve democratie?”  Nou ja, de vraag wordt iets anders geformuleerd, maar is de facto de zelfde “Moet het parlement toegang hebben tot alle stukken?”

Dat was een serieus bedoelde vraag. We zitten op de Uithof voor een bijeenkomst georganiseerd door DoPP (Duurzaamheidsoverleg Politieke Partijen), en ter discussie staat de vraag of TTIP (Transatlantic Trade & Investment Partnership) kansen biedt voor de ontwikkeling van een duurzame economie. Roeline Knottnerus, van onderzoeksbureau SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) steekt als eerste van wal. Zij begint direct kleur te bekennen: SOMO huivert van TTIP. De nadelige effecten voor de samenleving worden opgenoemd, casussen van vergelijkbare overeenkomsten ter bewijsvoering uiteengezet, morele verontrusting over de grove afbreuk van het democratisch bestuur geuit, en rooskleurige beweringen vanuit het ‘voor’ kamp onderuit gehaald. De toon is gezet. De bijeenkomst is niet bedoeld als debat, maar als discussieavond over de vraag of TTIP een bijdrage kan leveren aan verduurzaming, dus de gespreksleider vraagt of SOMO ook kansen ziet in TTIP, ter bevordering van verduurzaming. Het antwoord is ‘nee’.  

Terwijl het publiek de aandacht richt op een vraagsteller in de zaal, kijk ik naar de heer Winand Quaedvlieg van VNO-NCW, die straks zal spreken. (Hij was in 2009 Euro-kandidaat voor het CDA). Hij zit moeizaam voorovergebogen, met de hand voor het gezicht. ‘Wordt het weer zo’n avond’ zie ik hem denken. Eenmaal aan het woord lijkt zijn betoog inderdaad op weinig sympathie te kunnen rekenen, van dit toch gemêleerde gezelschap. Het is de riedel uit neoliberale hoek die we onderhand wel kennen: minder regels = meer handel = goed voor de economie = feest voor iedereen. Maar hij slaagt er niet in het aannemelijk te maken dat dit voor de samenleving als geheel, of de gewone burger individueel, ook daadwerkelijk zo’n feest van welvaart wordt. Tegenargumenten als dat arbeidsvoorwaarden, (voedsel)veiligheid en milieu er op achteruit zullen gaan, als gevolg van een lowest denominator dynamiek, lijken meer steek te houden. Geert Ritsema van Milieudefensie, zet het in de derde ronde nog even duidelijk op een rijtje. De heer Quaedvlieg beklaagd zich opnieuw over de ‘emotie’ waarmee deze discussie gevoerd wordt. Ritsema herhaalt de gegevens van een groot onderzoek naar ISDS jurisprudentie, (Investor State Dispute Settlement) noemt concrete zaken in binnen- en buitenland, onder andere met betrekking tot fracking, en geeft logische argumentatie. Het is een zware avond voor Quaedvlieg.

En alsof het nog niet erg genoeg is zo, komt op dat moment Bas Eickhout de zaal binnen. ‘Rechtstreeks uit Straatsburg komen fietsen’ wordt er gegrapt. Bas legt in een paar zinnen uit wat de te verachte praktijk zal zijn van de overeenkomst, en dat die voor nu nog wel mee zal vallen. Maar TTIP legt een bom onder de democratische besluitvorming, die maakt dat coöperaties na rectificatie nauwelijks nog hoeven te vrezen voor ‘hinderende’ wetgeving; wat het gepeupel er ook van vindt. Dit argument was al gemaakt, maar de kennis, helderheid en autoriteit waarmee Bas dit neerlegt laat weinig ruimte voor ambivalentie. Wij mogen ons gelukkig prijzen met deze Europarlementariër. Quaedvlieg reageert uiteindelijk defensief “ja luister eens! Als wij tegen de Canadezen zeggen dat we geen olie uit teerzand willen… Weet u hoe veel energie er uit waterkracht wordt gewonnen in Canada? De Canadezen zouden dan kunnen zeggen dat ze alleen nog maar producten willen importeren die geproduceerd zijn zonder vervuilend energiegebruik!”. De zaal wordt enthousiast, wat een geweldige ontwikkeling zou dat zijn!

Quaedvlieg is de wanhoop nabij, en ziet zich genoodzaakt tot de bottom line te komen. Hij stelt doodleuk dat overheden, staten, onbetrouwbaar zijn. Investeerders kunnen daardoor in bestaande overeenkomsten benadeeld worden en zijn dan hun geld kwijt. Dus om de staten, met hun democratische besluitvorming, er als risicofactor voor investeerders tussenuit te halen, moet er zo’n ISDS komen. Een soort cooperate council die boven de wet staat dus, want burgers zouden wel eens beleidsveranderingen kunnen voorstaan dat voor coöperaties nadelig uitpakken. Tja, als je daar in mee gaat dan kom je inderdaad op het punt dat je de basis van de representatieve democratie ter discussie stelt. De zaal stemde overigens per acclamatie voor de stelling: ja, het parlement moet toegang hebben tot alle stukken.

TTIP is boven water gekomen, in al haar glorie. En wie kan daar nog voor instaan?

(In de Volkskrant stond daarna een helder nieuwsbericht over het opschorten van een onderdeel van TTIP - wordt vervolgd).