Het is belangrijk om de dialoog te blijven voeren met de partijen die niet antidemocratisch zijn. Daarnaast kunnen we belangrijke dingen leren van het populisme die we in kunnen zetten om groene politiek beter over het voetlicht te brengen. In zijn betoog trok Pels vooral lessen uit de omgang van Nederlandse partijen met populisme.
Groene partijen - waaronder GroenLinks – willen vaak een te compleet verhaal aan de potentiële kiezer vertellen, over het wereldbeeld dat de partij voor ogen heeft is immers zo goed nagedacht en er zijn veel aspecten in meegewogen. Daarbij bestaat het risico dat het rationele gedrag van de kiezer wordt overschat en de gevoelens van de kiezer onderschat, daarnaast bevestigt dit vaak ongewild het elitaire imago van de groene partij. Als voorbeeld noemde Pels de visie die Europese groene partijen hebben over de rol van de Europese Unie. Dat beeld mag best meer een beroep doen op een soort Europees chauvinisme. Een Europese droom waarin een ander soort democratie de boventoon voert.
Een zorgzaam Europa dat sociale zekerheden biedt, zo stelde Matthieu, zoals met een Europees minimumloon, basisinkomen, bestrijding van belastingontduiking en bescherming tegen klimaatverandering. Dat positieve verhaal kan een belangrijk alternatief zijn voor het negatieve, op angst en gebrek aan vertrouwen gebaseerde beeld dat populisten vaak schetsen over Europa waarin een overvloed aan regels voor ‘gewone burgers’ en vrijheden voor migranten de welvaart zouden beperken en waartegen alleen de natiestaat enige bescherming zou kunnen bieden. Het idee dat de welvaartstaat onder druk staat is natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. Sociaal democraten in Europa hebben op nationaal niveau privatisering en kapitalisme omarmd als uitgangspunten voor het organiseren (en uitkleden) van sociale zekerheid, aldus Matthieu. Ook op Europees niveau zijn de sociaal democraten wat dat betreft in gebreke gebleven om een alternatief voor austerity politics te promoten.
Groene partijen verschillen duidelijk van veel populistische partijen in hun opvattingen over democratie. Waar populistische partijen de meerderheid de doorslag willen laten geven, vaak bij monde van een charismatisch leider die al weet wat dat volk wil, zijn groene partijen ontstaan uit een traditie van bescherming van de rechten van minderheden en een bottom up aanpak om dit te organiseren. Populistische partijen maken vaak een onderscheid tussen mensen die er wel en niet bij mogen, alsof er verschillende soorten mensen zouden bestaan die meer of minder waard zijn. Dat is waar Groenen vaak op reageren en zich tegen af willen zetten.
Het positieve alternatief dat groene partijen bieden mag alleen best iets slimmer worden verkocht aan de kiezer volgens de organisatoren van deze workshop. Daarbij moet een beroep gedaan worden op het hart, niet alleen het intellect of het onderbuik gevoel, aldus Lambert. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van symbolen, maar ook aan simpelere slogans. Populistische partijen zijn vaak anti-elitair, een ludieke campagne kan het elitaire imago van groene partijen doen afnemen. Lunacek presenteerde een aantal voorbeelden uit de afgelopen Europese verkiezingscampagne van de Oostenrijkse Die Grünen (zie foto) en Lambert liet een verkiezingsspotje zien van de Britse Green Party, waarin een poging werd gedaan om te breken met het saaie, te serieuze imago van de partij. Ludieke humoristische uitingen waaruit meestal toch een duidelijke groene visie naar voren kwam.
Pels sloot de workshop af met een typering van linkse en rechtse partijen in Europa: ‘Links heeft de neiging om economische antwoorden te formuleren voor culturele problemen, rechts benadrukt vooral de culturele factor en gaat daarbij voorbij aan economische problemen. De Groenen moeten aantrekkelijke oplossingen bieden voor beide’.