Grenzen stellen niet veel meer voor in Europa, maar grensoverschrijdend openbaar vervoer is overal een probleem. Tussen Nijmegen en Kleef liggen nog oude spoorrails en er is voldoende vraag naar een trein- of tramverbinding. Toch zal het nog wel even duren voordat de trein gaat rijden. Grensoverschrijdende samenwerking komt maar moeilijk van de grond. Politieke en culturele grenzen bestaan nog steeds, zo bleek tijdens een bijeenkomst van de Europawerkgroep op 21 maart in Nijmegen waar ook voorbeelden uit Groesbeek en de Twentse regio werden besproken.
Gastheer Wouter Witteveen van de afdeling Nijmegen van GroenLinks legde uit dat in feite alles klaar ligt voor de realisering van een railverbinding van Nijmegen via Kranenburg naar Kleef. Nijmegen heeft in elk geval plannen voor een tram op eigen gebied en de aansluiting via Kranenburg is eenvoudig te maken. Studenten zullen er ook van gaan profiteren omdat een station aan de campus Heyendaal op de route ligt. En inmiddels heeft de Radboud Universiteit ook al zoveel studenten van over de grens dat een trein rendabel gemaakt kan worden. In Kranenburg vestigen zich steeds meer Nederlanders en zowel Kleef als Nijmegen trekken winkelend publiek van de andere kant van de grens. Nu is er nog alleen een bus die eens per uur rijdt en dan een lange omweg maakt. De grootste dwarsligger voor het herstel van de oude railverbinding tussen de twee steden was tot nu toe de gemeente Groesbeek. Daar vertrekt nu de burgemeester, de grootste tegenstander, en de raad lijkt zich niet langer te verzetten. De financiering van de lijn is nog wel een lastig punt. Er is 30 miljoen nodig, op zich niet veel. Maar het zal gehaald moeten worden uit verschillende bronnen en dat kost veel tijd. De Euregio Rijn-Waal, waar dit gebied deel van uitmaakt heeft weinig middelen en omvat een groot gebied met vijftig gemeenten en handelskamers. Dan is er nog een Nederlands-Duits verschil van inzicht over de gewenste aard van de railverbinding. Nijmegen heeft de voorkeur voor een tram, aan de andere kant van de grens zien ze liever een trein. Wat is het verschil? Daar moeten de Groenen aan beide zijden van de grens nog maar eens over gaan praten. Ze hebben zowel in Nijmegen als Kleef voldoende invloed om gezamenlijk met een uitvoerbare oplossing te komen.
Even verderop, in Groesbeek, maakt Florian Gödderz, medewerker van de GroenLinks fractie zich druk over het internationale beleid van zijn gemeente. Een beleid dat in feite ontbreekt. Er zijn projecten, twee stedenbanden bijvoorbeeld. Maar het blijkt toch nog steeds moeilijk om samen te werken op voor de hand liggende gebieden. Zo zijn er verschillen in de institutionele sfeer. In Nederland bestaat één Commissie Gelijke Behandeling. In Duitsland moet je voor elk soort discriminatie naar een ander loket. En de informele contacten over de grens nemen ondanks het feit dat er feitelijk geen grens meer is af. Vroeger spraken mensen in Groesbeek en Kranenburg hetzelfde dialect en was er veel contact. Dat is er nu niet meer, zelfs grensoverschrijdende samenwerking van ouderenorganisaties is moeilijk van de grond te krijgen. En dan is er ook nog de bureaucratie waar een grensoverschrijdend project van een plaatselijk museum op stuk liep. Florian legt zich er niet bij neer. Op 9 mei, Europadag, organiseert hij een groot feest voor mensen van beide zijden van de grens, met muziek en sprekers. Maak er iets leuks van, is zijn motto, dan zijn mensen zeker bereid om elkaar te ontmoeten.
In Twente is het ondanks hechte samenwerking tussen Duitsers en Nederlanders niet gelukt om de plannen tegen te houden voor het weer in gebruik nemen van het voormalige militaire vliegveld vertede Gerda Minkjan. De Gemeenteraad van Enschede en dan met name de PvdA-fractie boog voor de wensen van het bedrijfsleven en een begeerde aftakking van de A1. Aan beide zijden van de grens, in Enschede en Bentheim waren onafhankelijk van elkaar groepen actief in verzet tegen de heropening van het vliegveld. Dat verzet is door bemiddeling van de burgemeester van Bentheim later gebundeld. Aan beide kanten van de grens waren de Groenen actief. In Duitsland was de oppositie massaal. De Duitsers gingen zelfs zo ver dat ze een rechtstreekse spoorlijn beloofden vanuit Twente naar het nabijgelegen vliegveld van Münster. Ook in Nordhorn was er een brede oppositie. Daar heeft men al last van een militair terrein waar munitieproeven worden gedaan. Het vooruitzicht van een vliegveld met veel geluidshinder zorgde voor volle zalen op protestbijeeenkomsten. Aan Nederlandse kant was het verzet minder omvangrijk. De enorme publiciteitscampagne van het bedrijfsleven voor het vliegveld heeft daarbij zeker een rol gespeeld. Intimidatie van actievoerders door de politie werd ook niet geschuwd. Omwonenden voeren nu nog juridische procedures. Een beroep op Brussel wegens ongeoorloofde staatssteun wordt niet haalbaar geacht. De Flevoland case, waarin de Raad van State, plannen afkeurde omdat de opbrengst niet in verhouding zou staan tot de kosten werd vanuit de vergadering als voorbeeld genoemd.
Het thema grensoverschrijdende samenwerking blijft op de agenda van de Europawerkgroep. Op 8 juni gaan we naar het noorden van het land voor een bijeenkomst van GroenLinks met de Grünen uit Niedersachsen.