'Moslims hebben gelijk dat ze boos zijn,' verklaarde de voorzitter van de Bond van Katholieken in de Verenigde Staten. 'Was Charbonnier niet zo narcistische geweest, dan had hij nu nog geleefd.'
Buiten Europa voelen we ons vaak meer Europeaan dan wanneer we thuis zijn. En dat gevoel mag best wat meer groeien, vindt Dick Pels in zijn essay Van welk Europa houden wij? De politieke integratie van Europa gaat niet vanzelf. Brussels beleid is niet voldoende. Burgers moeten ook gevoel krijgen voor de waarde van Europese samenwerking en de idealen die Europeanen daarbij delen.
De geschiedenis laat zien dat de politieke integratie vooraf is gegaan aan de culturele. Bijvoorbeeld in Italië. Na de Italiaanse eenwording in 1861 verklaarde de schrijver en voormalig premier van Piemonte Massimo d’Azeglio: ‘We hebben Italië gemaakt, nu moeten we nog Italianen maken.’ Pels citeert de Poolse historicus Geremek die met de variant kwam: “We hebben Europa gemaakt, nu moeten we nog Europeanen maken.’
Om ‘Europeanen te maken’ moeten we dus kijken naar de gemeenschappelijke waarden die we willen houden en blijven koesteren. Voor Pels zijn dat op de eerste plaats de waarden die zo centraal stonden deze maand in alle demonstraties tegen de terroristische aanslagen in Parijs: vrijzinnigheid, afkeer van geweld, tolerantie en solidariteit. Europa is gebouwd op de belofte ‘Nooit meer oorlog’.
Met alle kanttekeningen die daarbij te maken zijn (er waren en er zijn nog steeds burgeroorlogen op Europees grondgebied en Europese legers vechten in oorlogen elders op de wereld), ziet Pels in de Europese beschaving toch een zoektocht naar het uitbannen van geweld. Hij verbindt het vredesideaal aan een bredere opvatting van geweldloosheid, tolerantie en het overwinnen van sociale angst. Want het is die angst die in Europa xenofobie, de haat tegen de vreemdeling en een eng, wereldvreemd soort nationalisme voedt.
Sociaal individualisme
De zoektocht van Pels naar de gemeenschappelijke waarden die we in Europa moeten koesteren is in feite een doorlopende polemiek met de populisten van Le Pen en Wilders. Hij typeert deze bewegingen, in een terecht onderscheid met neofascisten, als nationaal-individualistisch. In het vrijheidsbegrip van de populisten is een absolutistisch individualisme (het ‘dikke ik’) gecombineerd met een even absolutistisch nationalisme, tezamen onovertroffen weergegeven in de lijfspreuk van de Tegenpartij van Van Kooten en de Bie: ‘Samen voor ons eigen’.
Voor Pels is het een uitdaging om daartegenover een ander beeld van vrijzinnigheid te zetten, een beeld dat volgens hem beter past bij de Europese traditie van Erasmus en de Verlichting. Hij pleit voor een sociaal individualisme, individualisering voor allen en – met De Kadt – een ‘socialisme ter wille van het individualisme’.
Meer solidariteit en meer sociale gelijkheid zijn het beste antwoord op de sociale angst die velen nu in de armen van de populisten drijft. De moordende concurrentie van het neoliberalisme schept nu statusangst, minderwaardigheidsgevoelens en verlies van zelfrespect en identiteit. Een ongelijke en competitieve samenleving, schrijft Pels, vergroot de angst dat anderen ons als nietswaardig verachten en vernederen. En dan wordt het verleidelijk je vast te klampen aan een ‘gratis’ identiteit zoals de etnische, nationale, gender- en vaak ook religieuze identiteit, waarvoor je geen andere verdienste hoeft te hebben dan te zijn geboren op de juiste plaats in de juiste familie. Tegenover alle dagelijkse dreigingen in de rat race kun je het gevoel koesteren dat je in elk geval nog man/Nederlander/christelijk bent en dat ze dat niet van je kunnen afpakken.
Zoals uit allerlei onderzoeken is gebleken, correleren gezondheid, vrijzinnigheid en welbevinden in hoge mate met een gematigde sociale ongelijkheid. ‘De spreiding en pooling van risico’s dempt de sociale angst,’ schrijft Pels. Zijn sociaal individualisme houdt geen terugkeer in naar de collectiviteit van de verzorgingsstaat. Het gaat er om dat alle burgers uitzicht hebben op een beter leven en een zelfgekozen identiteit. Dat houdt ook in dat vrijheid sociaal en moreel begrensd wordt in een werkelijk solidaire Europese gemeenschap.
Idealisme
Het idealisme van Pels is kwetsbaar voor het cynisme dat de huidige politieke cultuur domineert. In minder hoog opgeleide kringen en andere delen van Europa zal al snel gezegd worden: jij hebt makkelijk praten…
Pels idealisme is ook niet zo moeilijk onderuit te halen met verwijzingen naar de dagelijkse realiteit in de Europese politiek. Het TTIP om maar eens een voorbeeld te noemen. Bijna de helft van de toename in inkomensongelijkheid sinds eind jaren zeventig komt voor rekening van de Europese interne markt, schrijft Ewald Engelen in De Groene naar aanleiding van het nieuwe vrijhandelsverdrag tussen Europa en de VS.
De interne markt heeft ook voor meer belastingconcurrentie gezorgd, waardoor de bijdrage aan de schatkist van het grootbedrijf is gedaald, onze belastingdruk is gestegen en overheidsdiensten zijn verschraald. Maar de meest verontrustende kant van het neoliberalisme dat de Europese Unie domineert, is de afschaffing van de democratie. Engelen: 'Zodra vrijhandel constitutioneel verankerd is, heeft de politiek het nakijken en wordt het verdrag een neoliberaliseringsmachine.' Zowel voor de Europese Unie als voor de Nederlandse natie, voeg ik er maar even aan toe.
Engelens waarschuwingen zijn terecht, maar het probleem is dat hij geen alternatief biedt en ons slechts laat berusten in een onvermijdelijke gang van zaken, precies zoals de technocraten zouden willen met al hun neoliberale maatregelen om de crisis te bestrijden.
Maar als we niet willen berusten hebben we een perspectief nodig, een ideaal om naar te streven. Daarom kunnen we Pels niet missen. Is het misschien een idee als beide heren eens bij elkaar gaan zitten om te bespreken hoe we de stap kunnen zetten van een onvruchtbaar en achterhaald nationalisme naar een op de toekomst gericht vrijzinnig en sociaal europatriottisme?
Dick Pels, Van welk Europa houden wij? Uitgeverij Cossee, Amsterdam, 2015. ISBN 978 90 5936 542 1.