Het Montesquieu Instituut in Den Haag organiseerde op 8 april in samenwerking met het dagblad Trouw een debat over de rol van Duitsland in Europa. Reinhard Bütikofer, lid van het Europese Parlement voor de Duitse Groenen en co-voorzitter van de Europese Groene Partij was een van de sprekers. Een nieuw constitutioneel verdrag heeft niet zijn prioriteit. We kunnen veel verbeteren binnen het huidige Verdrag van Lissabon. Wat we op de eerste plaats nodig hebben is een ander beleid.

Volgens Markus Haverland, hoogleraar politicologie aan de Erasmusuniversiteit, is Duitsland in Europa een getemde macht. Vanaf het begin heeft de Europese samenwerking als doel gehad te voorkomen dat Duitsland opnieuw zou uitgroeien tot een zelfstandige macht. De Duitse hereniging is twintig jaar geleden, ten tijde van het Verdrag van Maastricht waarmee de EU werd opgericht, nog met enige scepsis begroet door Europese regeringsleiders. Anderzijds is de Europese samenwerking voor Duitsland onmisbaar geweest om zich na de oorlog te kunnen ontwikkelen. De steun voor de EU is dan ook groot in Duitsland. Haverland vergeleek bij de vorige Europese verkiezingen de partijprogramma's van Duitse partijen met de Nederlandse. Alle Duitse partijen waren toen mee pro-Europa dan D66, volgens hem toen de meest eurofiele partij.

Voor de verkiezingen in september heeft zich nu een eurosceptische partij gemeld, die Alternative, een rechtse groep van economen die terug wil naar de Duitse Mark, maar die verder niet tegen Europese Samenwerking is. Het is de vraag of zij de 5% drempel zullen halen.

Reinhard Bütikofer constateerde dat Duitsland op dit moment te maken heeft met twee verschillende kanten van de Europese samenwerking. Aan de ene kant is het land ingebed in de EU weliswaar een "getemde macht". Aan de andere kant heeft het ook de naam gekregen dat het de partnerlanden blijft pesten met allerlei dwingende voorwaarden. Duitsland heeft zich in de afgelopen tien jaar geweldig ontwikkeld. Het was na de hereniging "the sick man of Europe", maar het land is er nu weer helemaal bovenop. Dat ging wel ten koste van veel te veel pijn door bezuinigingen. We moeten nu zeggen: doe het niet zoals wij! Het voornaamste probleem in Europa is nu dat er meer geïnvesteerd moet worden.

Maar Europa gaat over meer dan alleen de interne economie. Alle Europese landen zijn er geostrategisch gezien bij gebaat samen te werken om een positie te kunnen behouden in de wereld.Geen enkel land kan zich op dit moment nog alleen staande houden.

Moet er een nieuw grondwettelijk verdrag komen na Lissabon? Dat hangt er volgens Bütikofer van af. Als het gaat om de verdeling van de macht in de EU zijn er twee stromingen: de meer populistische die het gebrek aan zeggenschap van burgers terecht bekritiseert, en de technokratische die tendeert naar meer bevoegdheden van de landen en de Europese Commissie. De Duitse regering zit in het laatste kamp.

En dan hebben we ook nog de conservatieve Britse regering. Het openbreken van het Verdrag van Lissabon kan uitlopen op het openenen van Pandora's box. Je weet niet wat er uit gaat komen.

Volgens Bütikofer zijn er binnen het huidige verdrag voldoende mogelijkheden om de EU democratischer te laten functioneren. Prioriteiten zijn dan: de besluitvorming in de eurozone, die nu wordt overgelaten aan staatshoofden en regeringsleiders; de rol van de nationale parlementen, die veel beter zouden kunnen samenwerken; de bevordering van een sterker gemeenschapsgevoel bij de Europese burgers, die zich nu niet verbonden voelen met de Europese democratie.

Wat we, anders dan in de eerste jaren van de Europese samenwerking, is visie. Waar gaan we heen? Het is allemaal veel te technocratisch. In de opbouwfase vlak na de Tweede Wereldoorlog sprak het 'nooit meer oorlog' erg aan. Dat doel hebben we in 2004 met de aansluiting van oost en west Europa feitelijk behaald. Vergeet dat vooral niet, zei Bütikofer. We hoeven niet weg te lopen voor de geschiedenis. We moeten het verhaal over Europa wel uitbreiden met nieuwe doelen om positieve gevoelens voor samenwerking te kunnen wekken. Europa's rol in de wereld biedt daarvoor volgens hem de mogelijkheden.

In de discussie toonde Bütikofer zich een politicus met visie die eurosceptische opmerkingen op overtuigende wijze kon ombuigen naar de onontkoombare conclusie: we hebben een ander Europa nodig, maar zonder Europese samenwerking redden we niet. "Waarom hebben wij niet zo iemand hier in Nederland?" vroeg een van de aanwezigen zich na afloop hardop af.