Paneldiscussie in plenaire sessie council Europese Groene Partij (EGP) 'Return of Borders in Europe' 

Erica Meijers (De Helling) leidt de bijeenkomst in met twee keer drie stellingen, waar voor of tegen kan worden gekozen. De eerste drie gaan over de grenzen zelf (should be abolished, exchange of cultures, create areas of security); de tweede drie gaan over Europa (without borders, with open borders, with strong external borders).

Dan introduceert zij de drie inleiders: François Gemenne, Tineke Strik, Krzysztov Czyzewski. Voordat zij het woord krijgen introduceert Laurent Standaert (editor-in-chief Green European Journal) het blad zelf (op papier 3 x per jaar en online en specifiek het nummer waarop deze paneldiscussie gebaseerd is ‘Checkpoint Europe; the Return of Borders’. Deze terugkeer van grenzen is een spiegel van de stemming in de samenleving, en speelt zich zowel af in de fysieke praktijk als in de hoofden van mensen.

Krzysztov brengt een positieve connotatie aan bij 'borders', waarbij hij verschil maakt tussen ‘borderlines’ en ‘borderlands’. In die laatste gebieden worden de grenzen omarmd en tot deel van het leven gemaakt. Het gaat hem niet om grenzen uit te wissen, maar om ze te integreren. Je hebt de mensen aan de andere kant van de grens nodig om je eigen identiteit te voelen. Uit de Europese grenzen-crisis kom je niet zonder culturen die naast elkaar bestaan. Hij wil een echt utopia, een plek die je niet bereikt, maar die je wel moet zoeken. De grens als een brug: die brengt spanning in het leven; zonder brug is oversteken niet meer mogelijk.

Tineke Strik stelt dat het vertrouwen in samenlevingen wegebt. Grenzen worden nu gebruikt om solidariteit te voorkomen. Er is daarin een groot opportunisme: de Grieks-Turkse grens is Europees of Grieks naarmate het uit komt. De plek van de grens vervaagt ook: grenscontroles vinden plaats op ambassades, door luchtvaartmaatschappijen, of worden uitbesteed aan ‘landen in de regio’ zonder garanties op het gebied van humaniteit en mensenrechten. Maar ook als mensen eenmaal binnen de grenzen zijn, gaat de controle door; mensen houden de grens als het ware bij zich. Dan is er grenscontrole via databases (nieuw Europees systeem in ontwikkeling). De contradictie is echter dat als je mobiliteit moeilijker maakt, mensen die er eenmaal zijn, in feite dwingt om nooit meer weg te gaan.

François vindt de Groenen op dit terrein te defensief; ze moeten proactief worden en een echt politiek project aangaan over grenzen en migratie. De agenda is gekidnapped door (extreem) rechts, dat de vragen stelt en anderen dwingt te antwoorden. Links is doodsbang voor de publieke opinie, maar dat is een mythe. Links is technocratisch geworden, ook in dit debat. Maar het moet nadenken over het failliet van het systeem van Westfalen: de centrale positie van de natiestaat, want er is geen relatie meer tussen volken en staten.

In de discussie wordt heen en weer gegaan tussen de meer filosofische thema’s (herdefiniëring van ‘soevereiniteit’; de ‘cultuur’ die is weggeven aan de staat, terwijl die van de mensen is; de grens tussen natuur en cultuur) enerzijds en de meer praktisch-politieke aspecten van grenzen, met name de angst van de working class, dat hun banen worden weggekaapt, en dat de instroom van arbeidskrachten leidt naar een ‘race to the bottom’ qua arbeidsvoorwaarden.

De bijeenkomst sluit af met een korte film van het Zentrum für Politische Schönheit, gemaakt in de stijl van een overheids-propagandafilm, met een provocerend voorstel: http://www.politicalbeauty.de/rettung.html